Pincode Havo 3, hoofdstuk 2
- Pincode
- Pincode (3 klas HV)
Wat is 'inflatie'?
Dat is de stijging van het gemiddelde prijspeil.
Wat is de 'extrinsieke of nominale waarde' van geld?
De waarde (het getal) die op een munt of bankbiljet staat.
Wat is een 'wissel'?
Het bewijs dat handelaren van de goudsmid kregen omdat ze goud in bewaring hadden gegeven.
Het is dus een soort ontvangstbewijs van een zak goud. Dat ontvangstbewijs ging vervolgens dienen als betaalmiddel.
Wat zijn 'echtheidskenmerken'?
Kenmerken van het bankbiljet om vervalsing tegen te gaan. Denk aan het watermerk op het briefje.
Wanneer spreek je van geld als 'ruilmiddel'?
Ruilmiddel is van de drie functies van geld. Je kunt geld ruilen voor producten of diensten. Je hebt het hier dus over directe ruil.
Waar bestaat de 'maatschappelijke geldhoeveelheid' uit?
Giraal en chartaal geld in handen van gezinnen, bedrijven en overheid.
Let op: dus NIET het geld in handen van de banken.
Wat bedoelen we met 'technische vereisten' van geld?
De basisvoorwaarden waaraan geld moet voldoen.
Wat is 'directe ruil'?
Het ruilen van goederen tegen andere goederen of diensten.
Let op het verschil met indirecte ruil. Dat is als je geld gebruikt.
Wat is 'nominaal inkomen'?
Het inkomen uitgedrukt in geld, bijvoorbeeld in euro's.
Wanneer spreek je van geld als 'rekenmiddel'.
Rekenmiddel is een van de drie functies van geld. Je kunt hierbij de waarde van een goed of dienst in geld uitdrukken.
Voorbeeld: "ik verdien 6 euro per uur als vakkenvuller bij de Appie".
Wat is 'chartaal geld'?
Munten en bankbiljetten. Het geld wat je dus kan aanraken.
Let op: het tegenovergesteld is dus giraal geld.
Wat is 'Fiduciair geld'?
De waarde van het geld is gebaseerd op vertrouwen.
Fiduciair komt van het woord fiducie, wat 'vertrouwen' betekent.
Wat is 'bestedingsinflatie'?
Inflatie die ontstaat doordat er veel vraag is naar een product. Omdat de vraag stijgt, wordt het product duurder gemaakt.
Wat is de 'intrinsieke waarde' van geld?
Waarde van het materiaal van de munt of het bankbiljet.
Wat is 'giraal geld'?
Alle tegoeden die klanten op een betaalrekening bij een bank hebben staan en die direct opgenomen kunnen worden.
Let op: tegenovergesteld is dus chartaal geld.
Let op: spaargeld valt hier dus NIET onder.
Wat is 'koopkracht'?
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je inkomen.
Wat is 'indirecte ruil'?
Het ruilen van goederen en diensten tegen geld.
Let op het verschil met directe ruil. Dat is als je een goed ruilt tegen een ander goed.
Wat is 'reëel inkomen'?
Het nominaal inkomen gecorrigeerd voor de inflatie.
Wanneer spreek je van geld als 'spaarmiddel'?
Een van de drie functies van geld. Je kan geld sparen (voor later).
Wat is 'kosteninflatie'?
Inflatie die ontstaat doordat koststijgingen (stijgende inkoopkosten) worden doorberekend in de prijzen.
1 / 20
- Flash Card Tags: Hoofdstuk 2