LWEO, lesbrief Crisis, Hoofdstuk 1

LWEO, lesbrief Crisis, Hoofdstuk 1

Wat zijn 'behoeften'?

Wat mensen nodig hebben om te overleven of hun leven prettiger te maken.

Wat is 'schaarste'?

Het gegeven dat er niet genoeg middelen zijn om in alle behoeften te voorzien. Mooi gezegd: het spanningsveld tussen oneindige behoeften en beperkte middelen.

Wat is 'investeren'?

Geld uitgeven met de verwachting hier in de toekomst meer aan te verdienen.

Wat is 'consumeren'?

Het gebruik van goederen en diensten om in behoeften te voorzien.

Wat zijn 'opofferingskosten'?

De opbrengsten van het beste, niet gekozen alternatief. Anders gezegd: wat je opgeeft (en daar het beste van) om iets anders te kunnen doen of kopen.

Wat is 'consumentenvertrouwen'?

Hoe zeker consumenten zijn over de economie en hun financiële situatie.

Wat is 'inflatie'?

Stijging van het algemene prijsniveau van goederen en diensten.

Wat is een 'budgetlijn'?

Een lijn (in een grafiek) die aangeeft welke combinaties van twee goederen iemand met een bepaald budget kan kopen.

Wat is 'koopkracht'?

Hoeveel (goederen of diensten) je kan kopen met je inkomen, afhankelijk van de prijzen.

Wat is 'deflatie'?

Daling van het algemene prijsniveau van goederen en diensten.

Wat betekent 'alternatief aanwendbaar'?

Wanneer middelen op verschillende manieren gebruikt kunnen worden.

Wat zijn 'vrije goederen'?

Goederen waarvoor je niet hoeft te betalen, zoals zonlicht of regenwater. Let op het verschil met schaarse goederen.

Wat zijn 'middelen'?

Alles wat je kunt gebruiken om in je behoeften te voorzien. In de economie is dat voornamelijk tijd en geld (want tijd kan je omzetten in geld door te werken).
1 / 13

Hoofdstuk 1 gaat over de basis van economische keuzes en hoe mensen omgaan met beperkte middelen in hun dagelijkse leven. In dit hoofdstuk wordt besproken hoe mensen, door hun eigen voorkeuren en beschikbare middelen, beslissingen nemen over wat ze willen kopen en gebruiken. Het gaat ook in op de factoren die de waarde van geld beïnvloeden, zoals veranderingen in de prijsniveaus. Daarnaast onderzoekt het hoofdstuk hoe economische omstandigheden invloed hebben op de mogelijkheden van mensen om aan hun behoeften te voldoen. Daarbij komen ook situaties aan bod waarin middelen schaars zijn, wat betekent dat niet alles wat men wenst altijd beschikbaar is. Tot slot wordt gekeken naar de afwegingen die mensen maken als ze hun geld uitgeven en hoe ze keuzes moeten maken tussen verschillende mogelijkheden die hun leven kunnen verbeteren.

Deze set bevat 13 termen.